Huiseigenaar vlucht in spaarhypotheek

De kredietcrisis drijft woningzoekers naar een spaarhypotheek. In het eerste kwartaal van dit jaar is de verkoop tot 28% gegroeid, tegenover 13% van alle hypotheken vijf jaar geleden, blijkt uit onderzoek van De Hypotheker. Ook Rabobank ziet de voorkeur boven een beleggingshypotheek.

De spaarvariant biedt het minste risico, verklaart directeur Bas Millenaar de toegenomen verkoop. Vooral jongeren gaan voor veilig. "De discussie over woekerpolissen en de kredietcrisis in de Verenigde Staten zijn daarop van invloed. Huizenkopers willen weten waar ze aan toe zijn en zelf kunnen begrijpen wat ze gekocht hebben. Met een spaarhypotheek weet je zeker dat je na dertig jaar de lening kan aflossen."

Met de spaarhypotheek betaalt de woningkoper maandelijks premie, en aan het einde van de looptijd ligt er een gagarandeerd eindkapitaal.
De rente die de klant over zijn spaartegoed krijgt, is dezelfde als hij over de lening betaalt.

Anders dan bij een beleggings-, aflossingsvrije en hybride hypotheken - waarmee eigenaren kunnen wisselen tussen sparen en beleggen - loopt de eigenaar weinig financieel risico. "Bij renteverlengingen kom je nooit voor verrassingen te staan", zegt Millenaar.

Terwijl de premie van de ooit populaire beleggingshypotheek, waarmee de maandinleg in aandelen wordt belegd, altijd lager was dan de spaarvariant, blijkt het verschil inmiddels tot enkele tientjes geslonken. Daarmee stappen klanten volgens Millenaar over.

Overigens wil een meerderheid nog altijd een mengvorm van hypotheken.
Maar onder jongeren rond 25 jaar verliest deze hybride lening razendsnel terrein. Jongeren worden kennelijk voorzichtiger: in 2004 kocht 63% daarmee een woning, eind 2007 31%. Terwijl de spaarhypotheek in dezelfde leeftijdsgroep van 18% naar 36% aan deelname stijgt.